Ons groepje
heeft ´Hersenschimmen´ van J. Bernlef gelezen. Dit boek vertelt het verhaal
van Maarten, een man met alzheimer. Wij verwachtten dat we de gedachtegang van een alzheimerpatiënt zouden volgen
om inzicht in zijn leven te krijgen. We hadden al veel lovends over het boek
gehoord en kozen daarom speciaal deze uit. Het boek voldeed inderdaad aan onze
verwachtingen, maar wel jammer vonden wij, dat je alleen Maarten goed leert kennen en zijn omgeving niet. Er is namelijk maar één verhaallijn: de dement wordende Maarten.
Aan het eind van het boek denkt Maarte het volgende: ‘'In het leven terug ? . . . maar waar is zo iets gebleven ? . . . is er
wel zo iets? . . . of was gewoon alles inbeelding van het hoofd? . . .
hersenschimmen’. Hiermee wordt bedoeld dat Maartens leven uiteindelijk alleen nog bestaat uit illusies (hersenschimmen). Hij herkent personen maar vaag en is onbewust van zijn omgeving geworden. Daarom luidt de titel: 'Hersenschimmen'.
De
belangrijkste personages zijn Maarten
Klein en zijn vrouw Vera. Ze hebben samen twee kinderen. Ze komen oorspronkelijk
uit Nederland, maar wonen nu in Gloucester, in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Al snel wordt duidelijk dat Maarten
lijdt aan alzheimer en zijn geheugen langzaam verliest. Het verhaal wordt
steeds lastiger te begrijpen, want de gedachtes van Maarten worden steeds onduidelijker.
Op een bepaald moment herkent Maarten zelfs Vera niet meer, waardoor haar minder
belangrijk wordt. Andere personages zijn Dokter Eardly, Phil Taylor -een
gezinshulp- en Ellen Robin -een vriendin van Vera-. Deze personen speelden
echter een minder belangrijke rol.
Het verhaal
zit vol open plekken. Veel dingen
die worden geschreven roepen vraagtekens op. Veel van deze vragen blijven onbeantwoord, omdat
Maarten het zelf ook niet weet. Het einde is open, dan is er bijna
niets meer van de ‘echte’ Maarten over en zijn gedachten zijn alleen nog een soort schimmen.
De vertelinstantie in het boek is de
ik-vertelinstantie. Je leest het boek met Maarten als de ik-persoon. Het
verhaal wordt verteld in de tegenwoordige tijd en er worden geen vooruitwijzingen
gegeven. Hij is ook de focalisator, alleen van hem weet je wat hij denkt en
voelt.
Het
dementeren duurt natuurlijk veel langer dan 221 bladzijden, dus er is sprake
van versnelling. Ook heeft de lezer
veel te maken met flashbacks.
Maarten denkt vaak terug aan het verleden en soms denkt hij zelfs weer in het
verleden te leven.
Het thema is dementie. Maarten
ontwikkelt zich van een vergeetachtige man tot iemand die totaal de weg kwijt
is. Deze overgang is voor de lezer duidelijk, doordat je zelf ook steeds
minder van het verhaal gaat begrijpen. Maarten krijgt door de dementie moeite
met praten en kan uiteindelijk zelfs niet eens meer de Engelse taal begrijpen.
Wij vonden
dit boek dus erg mooi en bijzonder. Bernlef heeft geen alledaagse schrijfstijl:
op een of andere manier weet hij de lezer echt in het verhaal te trekken. Een
verbazingwekkende prestatie om zo de aftakeling van dementerend persoon te kunnen beschrijven.
Het proces van de discussie verliep prima. Wij hadden ongeveer hetzelfde oordeel over het verhaal. We hebben allemaal ons deel ingeleverd, alleen ze zo kort mogelijk samenvoegen, was lastig. Ik heb van deze opdracht geleerd om de kennis uit de syllabus Literaire Theorie toe te passen op een echt boek. Het leesniveau van Hersenschimmen is niveau 3. Ik vond het goed te doen, maar af en toe -vooral aan het eind- werd het toch best pittig. Waarschijnlijk was dit de bedoeling van de schrijver. Ik denk dat ik me volgende keer wil wagen aan een boek van niveau 4. Het boek 'Tirza' van A. Grunberg lijkt me wel interessant.